Wit wordt het helemaal

Het wordt wit. Helemaal wit of overwegend. En wat niet wit is, is pastel. Of naturel. Wit wordt het helemaal. In het interieur, in de kleding, in ons hoofd. Trendvoorspeller Lidewij Edelkoort  heeft het zelf gezegd.

Wit is de kleur van de eenvoud. Van de geur van gemaaid gras, van pasgebakken brood. De lichtinval op de huid van een kind, de zorg van de ander, de ontmoeting. Wit is de kleur van de stilte, van aandacht, van de wandeling op de hei, van de wind op je huid.

Wit is de trend. Onmiskenbaar. Wit is niet langer steriel, wit is de kleur van het leven zelf Vergeet blauw-, rood-, geel- en groendrukdenken. Het wordt wit. Helemaal wit of toch op z’n minst overwegend.

Wit is de kleur van de lievelingsdieren die de directeur van Ouwehands Dierenpak verzamelt, terwijl hij met gevoel voor humor kantoor houdt boven de mensapen.  Wit is ook de kleur van de naaimachine die Ikea introduceert in de nieuwe catalogus. Want dat is de trend. Wit, de eenvoud van het zelf doen. Stof van de ontwerper, het gordijn van jou. Een beetje van Maggi en een beetje van jezelf. Gezondheid is iets van jezelf, met hooguit een beetje hulp van de dokter.

Een trend in de mode is een spiegel van de tijd. Sommige trends duren kort. Dan kun je wachten tot het overgaat. Dan kun je denken: het zal mijn tijd wel duren. Dan kun je bukken tot het overwaait. Dan kun je blijven zitten waar je zit. Stil, terwijl je wordt geschoren. Crisis? Ach, dat gaat vanzelf over. Dat kun je dan zomaar denken. En dat bonusje pak je dan mooi even mee.

Sommige trends baren nieuwe. Uit de verborgen- en neveneffecten van wat eerst een modegril leek, ontstaat iets dat zomaar niet weg is. Een crisis noemen we dat meestal. Bijvoorbeeld doordat privatiseren in de mode is, gaan we alles maar dan ook alles privatiseren. Elektriciteit, water, geld.

Met dat laatste ging het mis. Goed mis. Altijd het exclusieve terrein van koningen, machthebbers en later de staat, te vuur en te zwaard verdedigd, kwam dat vier decennia geleden in handen van banken en speculanten. En die gingen er zo voortvarend mee aan de slag dat spoedig de dollars en de euro’s tegen kusten van eilanden klotsten die beginnen met een IJ of met Cy.

En dan heb je crisis. En wat is de kleur van crisis? Juist: wit. Dan helpt geen blauw-, rood-, geel- en groendrukdenken meer. Dan rest slechts wit. Want niet alles blijkt voor geld te koop, niets lijkt nog planbaar. Je m oet zelf aan de slang. Breien, klussen, zelf doen, het zijn tekenen van iets nieuws. Uit niets iets goeds maken. Iets met een ziel. Iets dat het verschil maakt. Iets waarvoor vakmanschap nodig is.

Trends die wat langer duren, noemen we meestal cultuur. Dan groeit een bepaalde manier van doen uit tot een gewoonte. En die gewoonte wordt dan zo normaal dat het lijkt dat het altijd zo is gegaan en geweest. Zoals werken van negen tot vijf, de Kerstman met Kerst, vuurwerk met Oudjaar en meeklappen met de Radetzky-mars op Nieuwjaarsochtend. Of het dragen van een lange broek, het sturen van een kaartje en de managementbureaucratie. Allemaal hardnekkige gewoontes. Alsof er altijd managers zijn geweest, we nooit in een plusfour of peniskoker hebben rondgelopen en alsof Sissi niet leefde in een tijd die ook toen allang voorbij was, maar zo lang had geduurd dat velen er elke Nieuwjaarsdag mijmerend voor de buis naar terugverlangen.

Cultuur biedt overzichtelijkheid en voorspelbaarheid en is alleen al daardoor sterker dan het individu. Op de enkeling na die haar kritisch bevraagt; die kunstenaar, die eigenwijs, die Neo, die zot. Hoe logisch is het dan nog dat we de verandering overlaten aan de managers en bestuurders? In plaats van aan de zot?

Intussen wordt het straatbeeld steeds witter. En uw praktijk kleurt mee.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *