Het mökki-effect

De Finnen zijn gek op hun mökki. Net als de Zweden op hun stugor en de Noren op hun hytter. Je bouwt ‘m samen met vrienden en wat telt is de trots op het gezamenlijke resultaat. Iedereen kan zo’n bouwsel neerzetten. Want er geldt een simpele regel: je doet het zelf, tenzij er iemand is die het beter kan. En een echte Fin, of Zweed of Noor, kan natuurlijk altijd wel iets. Planken zagen, ramen stellen, een dak maken of een fundering, de sauna in elkaar timmeren, gordijnen ophangen, knus inrichten, loodgieterswerk. Geen sprake van dat je alleen maar bankdirecteur bent, of onderwijzer of arts. Je kunt iets met je handen en je kunt iets met mökki. Op z’n minst.

Het Scandinavisch landschap is dan ook bespikkeld met de buitenhuisjes. Mökki’s liggen vrij onveranderlijk dichtbij een van de 188.000 meren die Finland rijk is en ze liggen eigenlijk nooit in de weg. Deels komt dat doordat er zoveel ruimte is, maar voor een belangrijk deel ook doordat het bouwen van een mökki eerst en vooral een sociaal proces is. In heel de Scandinavische natuur geldt het allemansrecht en dat is kennelijk voor iedereen een reden om zich als een goed huisvader op te stellen.

Zo’n mökki is natuurlijk van iemand, maar tegelijk ook een beetje van iedereen. In elk geval van iedereen die heeft meegebouwd. En als je als wandelaar wordt overvallen door slecht weer, kun je gerust kijken of de deur open is. Ongeschreven regel is dat je de mökki in tenminste dezelfde staat achterlaat dan je hem hebt aangetroffen. Je laat iets achter of je repareert iets. Zo werkt dat.

Het is vrijwel ondoenlijk een mökki te vinden waarin zich niet iets van Ikea bevindt. Een kleed, een stoel, een kast, een keuken, een gordijn, het bestek – altijd tref je een deel van de catalogus aan, die onlangs in Nederland ook weer in een oplage van 5,6 miljoen exemplaren is verspreid.

Want het mökki-effect begint ook ons land in z’n greep te krijgen. We hunkeren naar meer zelf doen, samen met anderen. We snakken naar meer sociale samenhang. Dat ik-tijdperk? Dat is allang voorbij, zei onlangs ook trend forcaster Lidewij Edelkoort op Zomergasten.

In de nieuwe Ikea-gids staat dan ook een hippe witte naaimachine (blz. 181, designer Henrik Preutz).  Met op het omslag de oproep ‘Breng je huis tot leven’. Nederlandse reclamemensen vermoeden hier een briljante marketingstrategie.  Maar iedereen die het mökki-effect kent, zou eenvoudig op hetzelfde idee komen. Even na het grauwe winterseizoen wat frisse stoffen in je mökki aanbrengen, is zo logisch als de voorjaarscollecties in Parijs.

Voordat u nu denkt: ik zet al mijn geld op de Ikea’s van deze wereld, moet u even iets meer weten van de tijdgeest waarop dit woonwarenhuis gedijt.  Zelf doen, ja. Samen doen, oké. Als bedrijf iets toevoegen aan een alreeds bestaand zelforganiserend proces waardoor het nog meer kwaliteit en bevrediging oplevert, goed.

Maar vooral is het mökki-effect toch wel gestoeld op het idee van gemeenschappelijk bezit. Wie nog denkt in termen van privé-bezit, van primair het eigen vermogen, in hebben in plaats van delen, grijpt alsnog naast de tijdsgeest. Precies dat is namelijk in crisis. Dus pensioenfondsen van longartsen die investeren in tabak – dat is echt niet meer van deze tijd.

Overigens steeg de totale omzet van Ikea vorig jaar met 6,9 procent naar 24,7 miljard wereldwijd. Het bezit is in crisis. Het delen niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *