De materiaalmeester geeft er lezingen in

Crooswijk is de naam. Ik ben hier dus de materiaalmeester. Al jaren. De materialen, dat ben ik. Als hier dus iemand brokken maak, ken dat niet aan de materialen liggen. Die zijn allemaal pico pico om door de ringetje te rijgen. De materialen, daar steekt ik m’n hand voor door het vuur.

De materiaalmeester. Iedereen noemt me nog zo. Mooi hoor. Duh materiaalmeester. De meester van het materiaal. Proef-u wel? Meester. Meesterschap. Vakmanschap is meesterschap. Het meester zijn. Da’s toch precies waar het over gaat? Dat iedereen ze werk ken doen zonder dat-ie hoeft na te denken: zijn die materialen wel in orde? Tuurlijk zijn die in orde. Daar heb je de materiaalmeester voor. Oh ja! Begrijp-u?

Dus iedereen noemt mij hier de materiaalmeester. Maar dat ben ik niet meer hoor. Ik ben tegenwoordig facility manager. Of ik daarvoor heb doorgeleerd, vraagt u? Meneer, zal ik u vertellen: ik geef er lezingen in!

Nee, dan weet-u het wel hè. Dan ben je iemand. Met PowerPoint. Over Het Vak. Met hoofdletters. Dat iedereen weer begrijpt waar het over gaat. Doet ik zo’n pet op me harses en zo’n snorretje voor. Daar is die Van Duijnhoven die nou dood is ook beroemd mee geworden.

Want dat begrijpen ze vaak niet meer hè. Hullie met die dikke salarissen. Meneer, ik ben af en toe net een biechtstoel. Laatst had ik er weer eentje. Ik zal geen namen noemen. Die was chef inkoop incontinentiematerialen. Ja, u vroeg of ik ervoor had doorgeleerd… In een keer: incontinentiematerialen. Denk je: is-ie dan incontentiemateriaalmeester? Nee, hij is dus facility manager. Dat-u dat begrijp.

Had die stropdas dus het incontenentiematerialeninkoopproces gerationaliseerd. Een aanzienlijke kostenreductie doorgevoerd. Van dattum. O ja, in zo’n gesticht of hoe heet dat tegenwoordig. Ging over een paar duizend van die stakkerds, dus het zal best wel een paar centen gescheeld hebben. Maar een zweren en een wonden, man, je wil het niet weten. Bleken alleen al de medische kosten groter dan de besparing. En dan praat ik alleen nog over geld. Ik zeg altijd: je moet niet beknibbelen op waar je geen verstand op heb. Daar krijg je zweren van.

Daar geef ik dus lezingen in. Dat komt eigenlijk doordat ons vak managementboek van het jaar geworden is. Dat gaat er dus over dat je samen met die makers van die luiers aan de gezondheid van die stakkerds werkt. Dat als je niet samenwerkt, als je ze uitknijpt, dat je dan je werk niet meer ken doen. Dat heet dan weer een keten.

Een nieuw paradigma heet dat. Zo heet dat boek. Inkoop, een nieuw paradigma. Me hoela. Da’s gewoon gezond verstand meneer. U vroeg of ik ervoor had doorgeleerd. Ja, ik heb een graad in knollen en citroenen. Nou goed! Het is net als met die Smolov in de spits van Feyenoord. Die moet scoren. Niet de materiaalmeester. Ik krijg het bijna me strot niet uit, maar dat hebben ze bij A… daar in Amsterdam dus beter voor mekaar.

Het is zo simpel. Koop je een bagger spits in, dan ken je niet scoren. Maak je geen punten, ken je de volgende keer al helemaal geen goeie spits kopen. Zit je voor je het weet in het rechter rijtje meneer. Wel lekker goeiekoop. Dat wel.

Nou, dan ben je al gauw geen materiaalmeester meer. Dat snapt een supporter. Dus geef ik daar lezingen in. Met plaatjes over discounted cashflow DCF of netto contante waarde NCW. Daar heb ik dus voor doorgeleerd. Dat organising geen Nederlands is en organizing wel. Dat die stropdassen dat ook begrijpen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *